Een MBO-studente van het ROC eist dinsdag via een kort geding haar stageplek bij de Amsterdamse
rechtbank terug. De rechtbank brak de stage eerder deze maand na 2 weken af, omdat haar broer tot de zogeheten Top 600 van criminele veelplegers hoort. De rechtbank stuurde de stagiaire op 12 februari naar huis, nadat zij erachter was gekomen dat zij een broer met een strafblad had. De broer had die dag voor de rechter in Amsterdam moeten verschijnen. Zijn zaak is inmiddels overgedragen aan de rechtbank Noord-Holland, om de schijn van vooringenomenheid te voorkomen. De stagiaire zegt niets te hebben geweten van die zitting, noch van de notering van haar broer in de Top 600. Ook stelt zij dat de rechtbank haar tijdens de sollicitatieprocedure nooit heeft gevraagd naar enig strafblad, niet van haarzelf en niet van haar familieleden. Speciaal voor de stage bij de rechtbank (als juridisch medewerker) is haar een Verklaring Omtrent Gedrag verstrekt. Richard Korver, de advocaat van de vrouw, heeft er bij de rechtbank op aangedrongen de stage alsnog te laten doorgaan. Daarbij was haast geboden: de stage (van 6 maanden) moet voor het einde van het schooljaar zijn afgerond, anders kan zij niet afstuderen. Omdat gesprekken niet het gewenste resultaat hebben gehad, is het tot het kort geding tegen de Amsterdamse rechtbank gekomen. De vrouw eist haar stageplek terug, dan wel een andere stageplek binnen een straal van 60 kilometer van Amsterdam. Als een stage definitief van de baan is, wil zij een schadevergoeding.