Meer dan zes op de tien
mannen (63 procent) die de lerarenopleiding pabo hebben afgerond, staan niet voor de klas in het basisonderwijs. Bij vrouwen is dit 43 procent, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Mannen die zijn opgeleid tot leerkracht werken echter wel vaak in het onderwijs. Ze zijn bijvoorbeeld manager of onderwijsdeskundige. Het aandeel mannen in het basisonderwijs daalt al jaren. Tegelijk stijgt het aantal jongens dat de
opleiding tot basisschoolleraar pabo volgt. Op dit moment is 20 procent van de eerstejaarsstudenten man tegenover 15 procent in 2005. Jongens verlaten de pabo wel vaker dan meisjes zonder diploma.
Volgens de laatste cijfers van het CBS telt de werkzame beroepsbevolking zo'n 27.000 mannen en 114.000 vrouwen met de pabo als hoogst behaalde opleiding. Dat er duidelijk minder mannelijke leerkrachten in het basisonderwijs werken dan vrouwen is niet een typisch Nederlands fenomeen, maar is in heel Europa het geval.