De Nederlandse gezondheidszorg kampt met grote personeelstekorten, maar toch staan we er zeker niet slecht voor. In een internationale vergelijking van tien rijke landen komen we op de tweede plaats, achter Australië.
De Verenigde Staten zijn diep onderaan geëindigd. Zowel wat betreft de toegankelijkheid van de zorg als de uitkomsten presteert Amerika slecht. En het erge: Amerikanen betalen bijna het dubbele vergeleken met andere landen.
“Ik zie dagelijks de menselijke tol van deze tekortkomingen”, vertelt dr. Joseph Betancourt, voorzitter van de Commonwealth Fund, de stichting voor gezondheidszorgonderzoek die de studie uitvoerde. “Ik zie patiënten die hun medicijnen niet kunnen betalen... Ik zie oudere patiënten die zieker zijn dan ze zouden moeten zijn omdat ze het grootste deel van hun leven onverzekerd waren”, aldus Betancourt.
Het rapport van de Commonwealth Fund is het 20ste in hun Mirror, Mirror-serie, een internationale vergelijking van het Amerikaanse zorgsysteem met negen welvarende landen, waaronder Australië, Canada, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. De stichting noemt dit rapport een “portret van een falend Amerikaans gezondheidssysteem”.
De onderzoekers gebruikten zeventig indicatoren in vijf categorieën, waaronder toegang tot zorg, gezondheidsgelijkheid, zorgprocessen, administratieve efficiëntie en uitkomsten. De data zijn afkomstig van een enquête van Commonwealth, evenals openbaar beschikbare gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie, de OESO en Our World in Data.
Nederland scoort dus buitengewoon goed, net even onder Australië. Opmerkelijk genoeg maakt het Verenigd Koninkrijk de top drie compleet.