NRC vroeg 382 mensen in Nederland naar hun grootste zorgen. Conclusie?
Nederlanders zijn tevreden over hun eigen leven, maar bang voor de toekomst. ''Er bestaat spanning tussen het eigen leven en de rest van de wereld, tussen het nu en de toekomst, en vooral tussen hoe geïnterviewden naar de samenleving kijken en hoe de politieke klasse haar ziet," aldus Gabriël van den Brink (65), emeritus-hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de universiteit van Tilburg in . "Je ziet een ontkoppeling van wat gewone mensen belangrijk vinden en wat de
politiek belangrijk vindt," begint hij. "De zorgen van politici zijn terecht, maar het lukt ze niet om ze over te brengen op het publiek. Men leeft in verschillende werelden. En dat kán niet, in een moderne samenleving. Er móét een relatie zijn tussen wat de elite bezighoudt en wat de burger bezighoudt. Er zal veel meer moeten worden gedaan om het verhaal van de burger in de politiek te krijgen, en het verhaal van de politiek bij de burger. Dit kán niet goed gaan.” Hij verklaart: "Daar waar mensen concreet met elkaar te maken hebben – in de supermarkt, op hun werk – gaan ze heel redelijk met elkaar om. Maar als ze zich een voorstelling van de samenleving buiten hun eigen wereld maken, dan begint de angst. Die voorstelling wordt ze aangereikt door de media en ze wordt niet gecorrigeerd door de politiek. Mensen krijgen veel informatie, vaak heel vervelende, meer dan vroeger. Maar ze kunnen er niets mee en dat maakt hen bang. Ze willen er invloed op kunnen uitoefenen en dat zou via de politiek moeten, maar die neemt vooral maatregelen waar ze geen voorstander van zijn. Dat geeft een enorme frustratie."