Tekenaar en voormalig hoofdredacteur van
Charlie Hebdo, Stéphane Charbonnier (1967), is net als elf anderen omgekomen bij de gruwelijke aanslag op de redactie van het satirische weekblad. Precies twee jaar geleden sprak de Volkskrant met hem. Het blad, dat zich regelmatig kritisch uitlaat over moslimextremisme, had toen net een speciale uitgave uitgebracht getiteld 'La vie de Mahomet' (Het leven van Mohammed). Mohammed door Charbonnier, of Charb, getekend als een geel mannetje met bolle ogen, knobbelneus en korte benen. Hij werd toen al een jaar beveiligd door de politie. Maar voor Charb ging
vrijheid van meningsuiting boven alles. Hij zegt: 'Wil je de vrijheid van beweging waarop je recht hebt? Of wil je absolute vrijheid van meningsuiting? Dan kies ik voor het laatste. Voor mij is dat gemakkelijker dan voor anderen; ik heb geen vrouw en geen kinderen, zelfs geen huisdier. Mijn werk is mijn passie.' Op de vraag of er grenzen zijn aan vrijheid van meningsuiting antwoordt hij: 'De enige grenzen zijn die van de wet. En we volgen onze eigen overtuigingen. Ik zou in het blad nooit racistische opvattingen verdedigen, zelfs als dat binnen de wet kan.' Charb ging er vanuit dat de satire zou zegevieren. 'Als we maar satire blijven bedrijven, zal het shockeffect afnemen. Moslims zullen zeggen: laat die ellendelingen van Charlie Hebdo het lekker uitzoeken. Je kunt ze beter negeren. Zoals ik die enkele gewelddadige fundamentalist negeer. Ik heb meer kans op een fietsongeluk dan dat ik de nieuwe Mohammed Merah (de scootermoordenaar die in Toulouse zeven mensen doodde, red.) tegen het lijf loop.' Helaas kreeg hij ongelijk.