Asielzoekers moesten de dinsdagnacht doorbrengen op stoelen in een wachtkamer van aanmeldcentrum Ter Apel. Daarop besloot het Rode Kruis dan maar tenten neer te zetten. Die bleken afgelopen nacht niet nodig, maar de situatie blijft nijpend.
Het Rode Kruis rekende erop dat er voor 200 mensen geen plaats was in de opvang. Veiligheidsregio Groningen zorgde op het aller laatste moment voor een noodopvanglocatie in Heerenveen, waar 100 mensen terecht konden. Het Rode Kruis regelde het vervoer. Directeur Marieke van Schaik zei in het NOS Radio 1 Journaal: "Het is een dieptepunt voor Nederland dat dit gebeurt en dat wij dit als Rode Kruis moeten regelen."
Een nacht eerder lagen tientallen asielzoekers onder een dekentje buiten bij aanmeldcentrum Ter Apel. Zij mochten uiteindelijk binnen op een stoel slapen. Dagelijks komt het COA (het Centraal Orgaan opvang asielzoekers) zo'n 200 plekken tekort. Het ergste is dat er wel plaatsen zijn, maar alleen voor Oekraïners, stelt het Rode Kruis. "Voor Oekraïense vluchtelingen zijn die plekken ook gecreëerd. Naar zo'n plek zijn mensen gisteren ook gebracht. Maar gemeenten stellen geen locaties ter beschikking, of maar voor een korte periode van twee maanden. Dan zit je daarna weer in dezelfde situatie."
Penetrante rioolluchtGroningse burgemeester Koen Schuiling smeekt al zeker een half jaar om iets te doen aan het overvolle Ter Apel, waar iedere asielzoeker zich moet melden. Hij sprak van 'ons eigen Lampedusa'. Hoe waar dat is, legde hij uit in onder meer Binnenlands Bestuur. “Kinderen spelen tussen het afval. Op een festivalterrein zijn oneindig betere sanitaire voorzieningen. Het is een andere categorie mensen of zo, ik weet het niet. Aan alle kanten overtreden we de wet. Het is beschamend. (…) De GGD schreef vorig jaar twee rapporten over de omstandigheden in de noodopvang: het is er onhygiënisch, er hangt een penetrante rioollucht in de opvangtenten en urinoirs zitten vol met urine en bruine drab, er is kans op besmettingen en infectieziekten, er is nul privacy en het is brandgevaarlijk.”