Driekwart van de zelfstandigen maakt zich zorgen over hun pensioen, blijkt uit onderzoek van Knab. Veel zzp’ers hebben achteraf spijt van hun keuzes: liefst 44 procent had het graag anders aangepakt. Maar ja, voldoende pensioen opbouwen kost geld en dat is voor velen simpelweg niet haalbaar. “Ik blijf gewoon doorwerken en zie wel waar het strandt.”
Voor musicus Norbert Kunst, inmiddels 66 jaar oud en nog volop aan het werk, is pensioensopbouw een luxe die hij zich nooit echt heeft kunnen veroorloven. “Ik hield altijd een stukje maand over aan het einde van mijn geld”, grapt Kunst, die lesgeeft en dirigeert, in De Telegraaf. Van sparen voor later kwam het niet. “Ik heb dus nooit nagedacht over dat hele pensioen. Op een gegeven moment blijkt dat je AOW krijgt. Mooi meegenomen, denk je dan.”
Maar of hij straks ook kan rondkomen van zo’n AOW-uitkering? “Daar maak ik me niet druk om. Ik wil gewoon blijven doorwerken. En als ik dan eens in de knel kom, ach… dan verkopen we het huis en gaan we wat kleiner wonen.”
Onder zzp’ers met een netto-maandinkomen boven de €4000 heeft de helft zijn pensioen geregeld, terwijl van degenen die minder dan €2000 verdienen, slechts een kwart aan pensioenopbouw doet. Zij die minder verdienen, leggen ook minder opzij: gemiddeld zo’n 7 procent van hun inkomen, vergeleken met 12 procent bij zzp’ers met een hoger inkomen. Dat is nog steeds een stuk lager dan de 20 procent die in loondienst vaak automatisch wordt opgebouwd.
Arie Leeuw, zzp’er in de bouw, ziet het probleem voor veel zelfstandigen: “In loondienst betaalt de werkgever een deel van je pensioen, dat valt ineens weg. Als je dan én pensioen én een arbeidsongeschiktheidsverzekering moet regelen, dan blijft er weinig over van dat mooie uurloon. Ik weet zeker dat dat voor anderen een overweging is om maar niets te doen.”
Financieel expert Oskar Barendse van Knab adviseert zzp’ers dat elke euro helpt, ook al zijn het kleine bedragen. “Zelfs met kleine bedragen kun je aanzienlijk bedrag opbouwen. Het is wel essentieel om zo vroeg mogelijk te beginnen, want dan kan je geld langer renderen.”
De helft van de zzp’ers regelt zijn oude dag door (onder andere) geld te sparen op een gewone spaarrekening, terwijl een op de drie bij gebrek aan pensioen rekent op de overwaarde van hun huis. Leeuw vertrouwt daar niet volledig op: “Het biedt mij te weinig zekerheid, daarom ben ik ook iets voor mezelf gaan doen.”
Er zijn volgens Knab ook nog voldoende zzp’ers die helemaal niets hebben geregeld: bijna een op de drie zzp’ers verwacht ook na het bereiken van de pensioenleeftijd te blijven werken om het inkomen op peil te houden.
Kunst is een van hen. “En ik ben inderdaad niet de enige, want mijn collega’s zijn van hetzelfde laken een pak. Of hij er niet naar uitkijkt om te stoppen, zoals veel van zijn leeftijdsgenoten? „Nee, alsjeblieft niet. Integendeel, ik zou er doodongelukkig van worden. Ik ga door tot ik niet meer kan. En dan zie ik wel weer. Wie dan leeft, wie dan zorgt.”
Bron: De Telegraaf