Europa vergrijst in rap tempo, maar dat gaat niet overal even snel. Om duidelijk te maken hoe oud de bevolking van een land is, kijkt de OESO, een organisatie van zo'n 35 ontwikkelde landen, naar het aantal 65-plussers per 100 werkenden (tussen de 20 en 64 jaar).
Deze ratio maakt het grote leeftijdsverschil duidelijk tussen Zuid-Europa en de rest van het continent. Zo zijn er in Zweden voor elke 100 werknemers 33,8 mensen ouder dan 65. In Spanje is dat nu nog vergelijkbaar met 30,6 ouderen per 100 werkenden, maar in 2050 loopt het Spaanse cijfer op tot 77,5, terwijl het in Zweden beperkt blijft tot 45,5. In Spanje en ook in Italië zal de druk op het zorg- en pensioenstelsel dus nog veel groter worden dan in het noorden van Europa.
Nederland neemt een middenpositie in. Het vergrijst sneller dan Zweden of Ierland, maar minder ernstig dan Duitsland.