Een Vlaamse
piloot vertelt aan
Het Laatste Nieuws hoe stressvol zijn beroep is en hoe moeilijk het is om daar iets over te zeggen. 'Niet goed in je vel zitten is taboe. En psychologische tests? Je vult in wat je wil.'
Gert (fictieve naam) is een jonge piloot bij een lagekostenmaatschappij, net als Andreas Lubitz dus, de man die het toestel van Germanwings liet crashen. De jonge vlieger getuigt hoe hij na vele lange dagen in de lucht weken thuisbleef omdat hij totaal uitgeput was. Hij noemt het hét taboe in de sector: de aanhoudende stress en de grotere kans op depressie.
'Het stoort mij dat dat aspect van het werk onderbelicht blijft. De maatschappijen doen alsof de werkomstandigheden irrelevant zijn, maar dat klopt niet. Als je ziet welk percentage van de gehele bevolking een depressie heeft, waarom doet men dan in de luchtvaart alsof het niet zou bestaan? Bij mensen die juist onder extreme stress staan? Niemand praat erover.'
Hij gaat verder: 'De maatschappijen hebben dat ook liever zo, want mocht iedereen zich ziek melden, dan is dat dramatisch voor de cijfers. De winst is laag. De bedrijven willen met zo min mogelijk mensen zo veel mogelijk werk doen. Er zijn zo veel studies van vakbonden en enquêtes over het probleem - harde cijfers dat piloten vaker depressief of angstig zijn - maar ze trekken zich daar niets van aan. Bij vakbondsoverleg veegt men dat gewoon van tafel. En in sommige bedrijven is er zelfs geen vakbond toegelaten.'
Gert vraagt zich vaak af of de copiloot van Germanwings echt volledig geschift was. 'Enerzijds is het een complete verrassing voor mij dat iemand tot zoiets in staat is. Maar anderzijds... Het verbaast me eigenlijk niet dat een piloot over die lijn gaat.'