NEW YORK (ANP) - De Verenigde Naties stemmen over een internationale herdenkingsdag voor de genocide in Srebrenica. De Algemene Vergadering buigt zich over het voorstel om voortaan op 11 juli de 8000 vermoorde Bosniërs te herdenken.
Op die datum in 1995 veroverden Bosnische Serviërs het dorp Srebrenica. Bosnië-Herzegovina had zich drie jaar eerder onafhankelijk verklaard van toenmalig Joegoslavië, maar dat leidde tot een burgeroorlog in het nieuwe land tussen verschillende bevolkingsgroepen. De VN grepen in en verklaarden een aantal dorpen tot veilige gebieden, waaronder Srebrenica.
In de zomer van 1995 waren Nederlandse blauwhelmen van Dutchbat verantwoordelijk voor de bescherming van de enclave. Maar de Nederlanders werden overlopen door de Servische troepen en konden een groot deel niet redden. In de dagen daarna zijn 8000 moslimjongens en -mannen vermoord.
Het voorstel voor een internationale herdenkingsdag is niet onomstreden. Onder de Servische bevolking in Bosnië is verontwaardigd gereageerd en duizenden mensen zijn de straat op gegaan om te protesteren. De president van het Servische gedeelte van Bosnië, Milorad Dodik, noemde het een "leugen" dat er destijds in zeven dagen 8000 mensen zijn vermoord.
Ook Rusland reageerde verbolgen op de resolutie voor een herdenkingsdag, die is opgesteld door Duitsland en Rwanda. Volgens de Russische ambassadeur vormt de herdenkingsdag een "bedreiging voor de vrede en veiligheid in het land en de hele regio". Bovendien wijst Moskou op de bombardementen die door de NAVO zijn uitgevoerd op Servisch grondgebied.
De massamoord in Srebrenica is door het Internationale Joegoslaviëtribunaal en het Internationaal Gerechtshof erkend als genocide.