DEN HAAG (ANP) - Gemeenten zijn de werkgever van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) en mogen zelf bepalen of zij het dragen van levensbeschouwelijke uitingen bij een uniform toelaatbaar vinden. Het Europese Hof van Justitie heeft zich daar in november vorig jaar nog over uitgesproken. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt dat de wet- en regelgeving op dit punt leidend moet zijn.
De vereniging reageert daarmee op de discussie die opnieuw is opgelaaid over het dragen van hoofddoekjes of andere religieuze uitingen door boa's. Demissionair justitieminister Dilan Yeşilgöz zei woensdag dat ze met een regeling komt die het dragen van zichtbare religieuze uitingen zoals hoofddoekjes en keppels voor boa's verbiedt, omdat ze wil dat boa's er in elke gemeente hetzelfde uitzien en neutraliteit uitstralen.
Onder meer Tilburg, Utrecht en Arnhem hebben het dragen van bijvoorbeeld een hoofddoek al toegestaan. Amsterdam en Den Haag zouden willen volgen. Burgemeester Ahmed Marcouch van Arnhem vindt dat de minister van Justitie "een belangrijke en uitzonderlijke verantwoordelijkheid heeft in de bescherming van de rechtstaat en de rechtsorde. Ze is hoeder van de Grondwet en de grondrechten en moet die beschermen, dus ook de vrijheid van religieuze minderheden". Het verbieden van een religieuze uiting is een schending van de mensenrechten, vindt hij. "Veronderstellen dat een boa met een hoofddoek niet neutraal is, voedt een gevaarlijke en giftige polarisatie."
De VNG erkent dat er een moeilijke en complexe discussie is ontstaan. De vereniging pleit daarom voor een constructief gesprek met de minister. "Rekening houden met alle belangen kan tot een breed gedragen oplossing leiden", aldus de VNG.