GRONINGEN (ANP) - Een groot deel van de Groningers die een claim voor aardbevingsschade hebben voorgelegd aan de rechtbank is niet tevreden over het resultaat. Zij vinden het toegekende bedrag te laag. De procedure krijgt gemiddeld een 5 als rapportcijfer. Een meerderheid van de mensen die een zitting heeft meegemaakt stelt dat hun vertrouwen in de rechtspraak (sterk) is afgenomen. Dat blijkt uit onderzoek van bureau Pro Facto en de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van de rechtbank Noord-Nederland.
Gedupeerden kunnen sinds 2018 naar de bestuursrechter stappen als ze het oneens zijn met een besluit van het Instituut Mijnbouwschade (IMG) over vergoeding van de schade aan hun woning. Volgens de onderzoekers kan de rechtbank het vertrouwen van rechtzoekenden in de schadeafhandeling niet of nauwelijks beïnvloeden. Wel waarderen zij het als er snel uitspraak wordt gedaan. Over het algemeen zijn ze ook tevreden over de deskundigheid en onpartijdigheid van de rechter.
In het onderzoek is geen onderscheid gemaakt tussen waardedalingszaken, immateriële schadevergoeding en fysieke schade. Veruit de meeste zaken gaan over fysieke schade aan woningen, waarbij gemiddeld 13.000 euro wordt uitgekeerd. De kans dat de eiser dit soort zaken wint ligt op 37 procent.
Ruim tweehonderd beroepschriften
De rechtbank verwacht dit jaar zo'n tweehonderd beroepschriften, waarvan ongeveer de helft in een zitting wordt behandeld. De gemiddelde doorlooptijden zijn tussen 2021 en 2023 opgelopen van 220 naar 403 dagen.
De rechtbank wil dat het sneller gaat, wat ook de belangrijkste aanbeveling van de onderzoekers is. Met dat doel worden sinds medio dit jaar vaker voorbereidende zittingen ingepland. De rechtbank gaat nu onderzoeken hoe dergelijke regiezittingen standaard kunnen worden. Dat moet leiden tot een zo duidelijk mogelijk tijdspad. De verwachting is dat dat een positieve invloed heeft op het vertrouwen en de tevredenheid van rechtzoekenden.