Als
mannen minder gaan werken, nemen ze niet meer zorgtaken op zich. Vrouwen blijven gemiddeld twee keer zoveel doen in het huishouden. Dat schrijft op basis van onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. "Je kunt arbeidstijd wel van bovenaf opleggen, maar je kunt niet zeggen: dan moet u thuis de taken eerlijker verdelen", aldus Marian van der Klein, onderzoeker bij Verwey-Jonker. "Dat is toch een mentaliteitskwestie." Vrouwen zijn steeds meer gaan werken. 53 procent is tegenwoordig economisch zelfstandig tegenover 74 procent van de mannen. Maar nog altijd besteden vrouwen gemiddeld twintig uur per week aan het huishouden en de zorg voor kinderen en mannen slechts negen uur. "Vrouwen kiezen er zelf voor", zegt Van der Klein. "Tenminste, ze denken dat het een individuele keuze is. Ze willen een relatie met de kinderen opbouwen, zelf voor ze zorgen. Als je naar de statistieken kijkt, is daar weinig individueels aan. Uit elk onderzoek blijkt dat tijd voor zorgtaken voor vrouwen belangrijker is dan voor mannen."