Uit nieuw onderzoek blijkt dat massale sterfte van bepaalde
dieren de laatste 70 jaar ieder decennium is toegenomen. Zulke gebeurtenissen, waarbij 90% van de populaties doodgaat, komen vooral meer voor bij vogels, vissen en andere zeedieren. Bij reptielen, amfibieën en zoogdieren kwam het juist minder vaak voor. Het onderzoek werd gedaan door de universiteiten Yale, Berkeley en van San Diego. De redenen voor de massale sterfte lopen uiteen, maar de mens is deels verantwoordelijk. Een vijfde van de gevallen zou veroorzaakt zijn door milieuvervuiling. In de ergste gevallen waren er meerdere oorzaken. Dr. Adam Siepielski is onder de indruk van de enorme hoeveelheden: "Als er miljoenen dieren sterven is dat moeilijk te bevatten. Dit onderzoek bewijst nog eens hoe lastig het is voor organismen om op deze planeet, die steeds meer door mensen wordt gedomineerd, te overleven." Het is de eerste keer dat getracht wordt massale sterfte in kaart te brengen. De data gaat niet verder terug dan ongeveer 1940. De onderzoekers hielden er in hun berekening rekening mee dat er de laatste decennia veel meer over dieren is genoteerd en bijgehouden. In 26% van de gevallen is de massasterfte te wijten aan ziekte, in 19% van de gevallen komt het direct door menselijke invloeden. 25% komt door directe klimaatinvloeden zoals te veel of te weinig water, te weinig voedsel, te veel wind, te weinig zuurstof in het water, enzovoort. De onderzoekers onderstrepen hoe belangrijk het is deze gebeurtenissen onder de loep te nemen. In de 70 onderzochte jaren steeg het aantal gevallen ieder jaar met 1%. Dat is een behoorlijke toename, al lijkt dat op het eerste gezicht niet zo, aldus de wetenschappers.