Bij
kinderen die wel eens een pak slaag krijgen, is de kans groter dat ze minder ontzag voor hun ouders tonen, zich asociaal of agressief gedragen of kampen met psychische en cognitieve problemen. Dit blijkt uit een nieuwe meta-analyse van de Universiteit van Texas en de Universiteit van Michigan. De studie bevat meer dan 50 jaar aan data van verschillende studies over het onderwerp. De studie werd gepubliceerd in de ‘Journal of Family Psychology’ en bevat de gegevens van meer dan 160.000 kinderen. Voor deze studie kreeg de term ‘slaan’ de volgende definitie: “een klap met open hand op het achterwerk of ledematen”. Uit het onderzoek blijkt dat
slaan wordt geassocieerd met onbedoelde nadelige gevolgen en niet met gehoorzaamheid op korte of lange termijn, wat toch het beoogde effect is voor de meeste ouders. Kinderen slaan heeft dus een tegenovergesteld effect en vergroot de kansen op enkele ongewenste gevolgen. Onze samenleving ziet een corrigerende tik (slaan) en fysiek misbruik als twee totaal verschillende dingen. Toch laat het onderzoek duidelijk zien dat slaan gekoppeld wordt aan dezelfde negatieve gevolgen als fysiek misbruik, alleen dan in een iets minder ernstige mate. Volgens een rapport van UNICEF (uit 2014) blijkt dat bijna 80 procent van de ouders wereldwijd hun kinderen wel eens geslagen heeft.