DEN HAAG (ANP) - Water en bodem zijn sturend, was het motto onder het vorige kabinet. Het oprekken van de grenzen van de natuur kon niet oneindig doorgaan, dus moesten die grenzen de doorslag geven in de ruimtelijke ordening. Minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) wijkt daar nu vanaf, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Voortaan is het adagium "rekening houden met water en bodem".
Het lijkt een nuanceverschil, maar de aanpassing kan flinke gevolgen hebben voor de inrichting van Nederland. Daarbij speelt bijvoorbeeld de vraag hoe dicht bij rivieren nieuwe woningen gebouwd kunnen worden. Het vorige kabinet wilde geen nieuwe bebouwing toestaan in uiterwaarden of delen van diepe polders.
Door het motto werden water en bodem "onbedoeld allesbepalend" en daarmee een belemmering, schrijft Madlener. "We willen ons juist richten op wat wél kan en moet, gebaseerd op de kennis die we hebben van ons water- en bodemsysteem in een veranderend klimaat." Water en bodem blijven dus meespelen, maar moeten met name bouwprojecten niet te veel verstoren.
Doorlichten
De uitgangspunten die Madleners voorganger Mark Harbers had bedacht, blijven staan. Dat zijn onder meer "minder afdekken, minder vergraven, niet verontreinigen" en "meer rekening houden met extremen". Maar of de 33 concrete keuzes die daaruit volgen ook blijven staan, wordt uit Madleners brief niet duidelijk. De minister wil een richtlijn voor overheden om te bepalen wat ze waar kunnen bouwen, doorlichten om te kijken of die niet te beperkend is.
"Rekening houden met water en bodem" wordt ook de lijn in de zogeheten Nota Ruimte die minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) aan het uitwerken is. Daarin staat hoe Nederland op de lange termijn moet worden ingericht.