Brandweerman Memet Yildirir werd langdurig en structureel gepest door zijn collega's van de Amsterdamse brandweer. Uiteindelijk kon hij er niet meer tegen. Yildirir pleegde eind 2019 zelfmoord op de kazerne aan de Marnixstraat. Uit gesprekken met betrokkenen en documenten in handen van NRC blijkt dat de brandweer en de gemeente Amsterdam geweigerd hebben het verband tussen het persten en de zelfmoord serieus te onderzoeken.
De weduwe, Semra Aytemür, is ongelukkig met de manier waarop de korpsleiding en burgemeester Femke Halsema de dood van haar man hebben afgehandeld, zegt ze tegen NRC. Aytemür drong bij de korpsleiding herhaaldelijk aan op een onafhankelijk onderzoek naar de pesterijen, naast het onderzoek van de recherche. Het OM deed deze aanbeveling ook. Brandweercommandant Tijs van Lieshout wilde dit niet omdat de brandweerlieden te getraumatiseerd zouden zijn door de dood van hun collega.
Weduwe Aytemür heeft bij de korpsleiding ook het verzoek ingediend om een kazerne te vernoemen naar haar overleden echtgenoot. De meeste Amsterdamse kazernes dragen traditionele ‘Hollandse’ mannennamen als Nico, Hendrik en Teunis. Commandant Van Lieshout vindt het „belangrijk dat er een plek komt waar we Memet kunnen gedenken”, maar voelt weinig voor Aytemürs voorstel. „Dan belanden we in een politiek-correcte discussie, moeten er ook kazernes met vrouwennamen en Marokkaanse en Surinaamse namen komen.”
Bron(nen): NRC