Sommige alledaagse gebaren kun je in andere
landen beter achterwege laten. Een gebaar van goedkeuring, een eenvoudige manier om te zeggen: goed gedaan, maar niet in landen als Argentinië en Brazilië en ook niet in de meeste landen in het Midden-Oosten. Daar is de duim omhoog erg onbeschoft en beledigend. Wie zijn vingers kruist, hoopt geluk af te dwingen, maar dat gaat zeker niet werken in Vietnam. Daar is het een verwijzing naar de vrouwelijke genitaliën. Waarschijnlijk doe je dat niet al te vaak, maar in Australië moet je het zeker vermijden. Daar betekent het dat je wil vechten met andere mensen in de bar. In landen als Senegal en Jordanië moet je oppassen met complimenten over spullen die mensen in huis hebben staan. Ze voelen zich daarna verplicht om de voorwerpen aan je cadeau te geven en een afwijzing zou een grove belediging zijn. In een conversatie staat het wel zo geïnteresseerd als je oogcontact maakt met je gesprekspartner. Dat is niet zo in sommige Aziatische culturen. Daar wordt het soms gezien als onbeleefd en intimiderend. In het ene land is het een belediging om je bord niet leeg te eten, in het andere juist wel. In de Filipijnen bijvoorbeeld is het leeg eten van je bord een teken dat je je afvraagt of de gastheer wel voldoende eten in huis heeft.