Wereldwijd spendeerden de voetbalclubs in 2012 minder geld aan transfers dan in 2011. De ruim 5600 profclubs in meer dan 200 lidstaten gaven in totaal 1.93 miljard uit tegen 2.25 miljard een jaar eerder. Dat is ongeveer 10% minder, berekende de FIFA, die de cijfers vandaag openbaarde. Toch liep het aantal transfers niet terug. Het totaal kwam uit op 11.552 overgangen, nagenoeg gelijk aan dat in 2011. Meer en meer clubs deden wat zuiniger aan. Sinds oktober 2010 moeten clubs hun transfers via het zogeheten Transfer Matching System van de FIFA aanmelden. De gemiddelde leeftijd van de getransfereerde speler bedroeg volgens de FIFA 24 jaar en 10 maanden. De meeste spelers, die in 2012 van club wisselden, hadden de Braziliaanse nationaliteit. Tussen Brazilië en Portugal was het verkeer ook het drukst: tussen beide landen werden 145 spelers verhandeld. Volgens de FIFA was het gemiddelde salaris het hoogst in Italië: 720.000 dollar per jaar. Toch voeren de Italiaanse clubs steeds meer ingrijpende bezuinigingen door in hun begrotingen. Zo verkocht AC Milan enigszins noodgedwongen in de zomer van 2012 zowel Thiago Silva, voor 42 miljoen euro, als Zlatan Ibrahimovic (foto), voor 23 miljoen, aan Paris Saint-Germain. Het Engelse voetbal was in 2012 een bedrag kwijt van liefst 59 miljoen dollar aan bemiddeling van tussenpersonen.
