Het is 2019, we zijn in Nederland en profclubs in het voetbal raden spelers af om uit de kast te komen. Het is een treurig bericht op deze internationale dag tegen homofobie. Homofobie in het voetbal is al heel lang een probleem, waarvan je dacht dat het inmiddels wel zou zijn opgelost. Steeds maar weer blijkt dat dat niet zo is, zelfs niet in het professionele voetbal. KNVB-voorzitter Michael van Praag zegt vandaag in de Gaykrant: "We hebben 34 betaaldvoetbalclubs, maar wat zeggen die? Als we een homoseksuele voetballer in het eerste elftal zouden hebben en hij uit de kast zou komen, wordt hij meteen door het publiek uitgescholden. Dat is slecht voor zijn carrière en dan is het hele stadion tegen hem. Want een stadionpubliek is soms wreed. Zeer wreed. Dus wij - zeggen sommige clubs dan - raden hem af uit de kast te komen”, aldus Van Praag. Hij zegt niet om welke clubs het gaat, maar spreekt wel over spelers in gelovige streken of over voetballers die carrière willen maken in een homofoob land als Rusland. Van Praag meent wel dat homoseksualiteit in het voetbal beter bespreekbaar is dan vroeger, maar zo geeft hij aan: er is nog een lange weg te gaan.