Ranomi Kromowidjojo en Ferry Weertman zijn al zeven jaar een koppel én allebei topzwemmer. Op de Spelen in Tokio gaan ze beiden voor goud.
In De Volkskrant vertellen ze hoe ze elkaar naar grotere hoogten brengen.
Drie keer olympisch goud won de Noord-Groningse Ranomi al, Ferry uit het Gooi pakte de hoofdprijs in Rio vijf jaar geleden bij het open waterzwemmen. Ze zijn kritisch op elkaar en op zichzelf. Ferry: "Zelfreflectie is echt belangrijk als topsporter. Als ik mensen hoor zeggen dat ze er alles aan doen, maar vervolgens zegt die figuur dat-ie niet voor enen slaapt... En dat is dan een simpel voorbeeld. Wij kijken veel terug. Dat en dat is bereikt, waar komt dat door?"
Maar vaak gaat dat op een organische manier. Ranomi: "Wat wij doen, gaat in de dagelijkse gang van zaken. We gaan niet één keer per week zitten om elkaar eens effe te zeggen wat de ander beter of anders moet doen. Wij wonen samen, staan samen op, gaan samen naar bed."
Betere topsporterZe hebben veel steun aan elkaar. Ferry: "Ik ben geen betere zwemmer geworden door Ranomi, wel een betere topsporter. Ze heeft me echt geholpen bepaalde dingen op orde te krijgen. Van hoe je moet leven als topsporter. Ik was geen rommelige student hoor. Ik studeerde toen niet eens. Maar als topsporter moet je de dingen heel goed doen, wil je de beste worden. Van gewoon goed doen, dan word je ook gewoon goed. Niet echt heel goed. En we willen nu eenmaal allebei de beste worden. Ranomi heeft me geholpen door een voorbeeld te zijn en mij een spiegeltje voor te houden."
Toch nuanceert Ranomi: "We gaan niet tegen elkaar zeggen: ga jij niet te laat naar bed? Het is anders. Toen wij een relatie kregen, had ik al die drie olympische gouden medailles. En Fer was er naartoe op weg. Maar je kunt allebei van elkaar leren. Zonder iets klakkeloos van elkaar over te nemen. Onze manieren overlappen elkaar. Er bestaat niet één weg om goud te halen. Er zijn in ons geval twee wegen."