Het wassen van je auto is een belangrijke taak om de levensduur en het uiterlijk van je voertuig te behouden. Er zijn echter veelvoorkomende fouten die je kunt maken tijdens dit proces, die schade kunnen veroorzaken of de effectiviteit van je schoonmaakinspanningen kunnen verminderen. Hier zijn tien fouten die je moet vermijden bij het wassen van je auto:
- Zomaar een willekeurige wasstraat inrijden: Kies niet voor een wasstraat die er onverzorgd uitziet of waar nog nylon borstels worden gebruikt, aangezien deze krassen kunnen veroorzaken. Ga in plaats daarvan naar een wasstraat met osmosewater, dat geen vuil, mineralen en bacteriën bevat en geen vlekken achterlaat op de lak1.
- Winterzout niet verwijderen: Zorg ervoor dat je het strooizout dat zich in de winter heeft opgehoopt in de wielkasten en op andere plekken van je auto verwijdert met een hogedrukspuit1.
- De auto niet voorbereiden: Voordat je de wasstraat inrijdt, moet je je spiegels inklappen, de antenne losschroeven indien aanwezig, ramen en schuifdak sluiten, de tankdop op slot doen en de regensensor van de ruitenwissers uitschakelen1.
- Voorwas vergeten: Een voorwas is essentieel om vuil en zand los te weken, zodat het niet als schuurpapier fungeert wanneer de borstels van de wasstraat over je auto gaan1.
- Een duur wasprogramma kiezen: Een eenvoudig wasprogramma is meestal voldoende. Dure programma's zijn vaak niet nodig en kunnen bij oudere auto's zelfs problemen veroorzaken door vocht in holtes1.
- De motor afspuiten: Gebruik geen hogedrukspuit op je motor vanwege de gevoelige elektronica. Als je de motor toch zelf wilt reinigen, gebruik dan een oplossing van spiritus en heet water1.
- Je auto met de hand wassen op straat: Dit kan verboden zijn in sommige gemeenten. Controleer de lokale regelgeving en gebruik milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen als je toch besluit je auto op straat te wassen1.
- Niet de lak controleren na het wassen: Controleer de lak en ruiten na het wassen op beschadigingen zoals steenslag of krassen om roestvorming te voorkomen1.
- Geen ramen schoonmaken: Maak alle glasoppervlakken en ruiten zorgvuldig schoon aan de binnenkant en controleer de ruitenwisserbladen1.
- Niet je vloeistoffen controleren: Controleer en vul indien nodig de motorolie, het koelwater en de ruitensproeiervloeistof bij. Controleer ook de verlichting en de profieldiepte van je banden1.
Door deze fouten te vermijden, zorg je ervoor dat je auto niet alleen schoon maar ook in goede staat blijft.