Een team van Franse en Spaanse onderzoekers beschrijft in PLoS ONE hoe de Azteca mier in Guyana haar prooi vangt. Zij kwamen tot de verrassende ontdekking dat de mier een prooi kan vangen door middel van een soort klittenband.
Aztecamieren leven in symbiose met de Cecropiaboom (trompetboom). De mieren beschermen de boom tegen insecten die ze zouden kaal vreten en de boom biedt met zijn holle takken en bladeren beschutting aan de mieren. Nu blijkt dat de mieren ook speciale technieken hebben om hun prooi in de directe omgeving van de boom te vangen. De onderzoekers ontdekten dat wel 8350 werkmieren zich zij aan zij onder de bladranden van een boom kunnen verbergen. Ze wachten met hun kaken wijd open tot de insecten landen. De haakvormige klauwtjes van de mieren zorgen in combinatie met de fluweelachtige structuur van de onderkant van de bladeren een klittenbandeffect. Zo kunnen ze een gewicht tillen dat 13.350 keer zwaarder is dan één werkmier, een flinke kluif dus. De mieren trommelen daarna wat nestgenoten op om de buit binnen te halen en verder te verwerken.