Vaak blijvende concentratieproblemen na burn-out

De meeste mensen herstellen goed na de behandeling van een burn-out en kunnen dan weer aan het werk. Maar velen blijven last houden van aandachts- en concentratieproblemen blijkt uit het onderzoek waarop klinisch psycholoog Arno van Dam op 18 april promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Volgens het CBS had ruim 1/8 van de werknemers in Nederland in 2011 burn-outklachten. Daarvan heeft naar schatting 1/3 ook de diagnose burn-out. Patiënten hebben last van uitputtingsverschijnselen, een afstandelijke houding ten opzichte van het werk en het gevoel minder goed te functioneren. Velen klagen ook over aandachts- en concentratieproblemen, maar over de cognitieve prestaties was nog weinig bekend. Uit een aantal experimenten van Van Dam bleek dat mensen met een burn-out routinematige taken redelijk goed uitvoeren, maar dat ze moeite hebben met complexere aandachtstaken en het schakelen tussen taken. Gezonde proefpersonen kunnen met een financiële prikkel uitgedaagd worden tot betere prestaties, maar bij iemand met een burn-out werkt dat niet, of juist averechts: zij ervaren dan zelfs meer aversie tegen het uitvoeren van de taak. Volgens Van Dam zijn mensen met een burn-out waarschijnlijk wel gemotiveerd, maar niet in staat om hun prestaties te verbeteren. Na 2 jaar bleek dat van de mensen die eerder niet te motiveren waren met een financiële prikkel, maar behandeld werden met cognitieve gedragstherapie, 3/4 weer aan het werk was. De klachten waren sterk verbeterd en 85% voldeed ook niet meer aan de diagnose, maar vergeleken met gezonde proefpersonen hadden ze nog steeds meer vermoeidheidsklachten. Hetzelfde gold voor het cognitief functioneren: dat was duidelijk verbeterd, maar het was nog steeds minder goed dan dat van gezonde proefpersonen. Een deel van hen keerde ook niet meer terug in hun oorspronkelijke functie.