Na een twee jaar durende periode van onderhoud is de Large Hadron Collider dit weekend weer opgestart. Dat heeft CERN (de Europese Organisatie voor Nucleair Onderzoek) die de deeltjesversneller bedient, verklaard. Onder meer de energiecapaciteit is verhoogd. Er begint nu een tweede reeks van onderzoeken in nieuwe natuurkundige vakgebieden. De Large Hadron Collider, liggend aan de Frans-Zwitsese grens, bestaat uit een
tunnel van 27 kilometer lang waar protonenbundels doorheen worden geschoten die met elkaar in botsing worden gebracht. Tijdens de vorige onderzoeken werd het bestaan van het Higgs-boson (ook wel Godsdeeltje of Higgsdeeltje) bevestigd. Nu richten de wetenschappers zich op het opdoen van meer kennis over donkere materie en supersymmetrie. Volgens natuurkundigen bestaat 96% van het universum uit donkere materie en donkere
energie. Die zijn volledig onzichtbaar. Supersymmetrie heeft betrekking op de elementaire deeltjes die ieder een 'superpartner' zouden hebben. Als dat bewezen kan worden, verandert het standaardmodel voor elementaire deeltjes. Tijdens de botsingen van protonenbundels in de Large Hadron Collider ontstaan er een soort mini-oerknalletjes. Bij die botsingen zal zo'n 13 tera-elektronvolt (TeV) aan energie vrijkomen, 5TeV méér dan bij de ontdekking van het Higgsdeeltje. Het duurt zeker nog twee maanden voordat er weer botsingen kunnen worden uitgevoerd. Daarna duurt het nog een tijd voordat onderzoeksresultaten kunnen worden verwacht.