Een
nieuwe studie toont opnieuw het verband aan tussen depressie en dementie. Niet alleen depressie op latere leeftijd, maar ook bij wie jonger is, verhoogt waarschijnlijk de kans op de hersenaandoening.
Van een slechte hartgezondheid is bekend dat het de bloedcirculatie naar de hersenen kan verslechteren en daarmee het risico op dementie kan vergroten, maar er wordt nu ook meer en meer duidelijk over de schadelijke gevolgen van een slechte mentale gezondheid.
De studie, die een paar weken geleden in Journal of Alzheimer's Disease verscheen, was gericht op de gevolgen van depressie in de vroege volwassenheid. Ook dat zou de kans op cognitieve achteruitgang op latere leeftijd vergroten.
De onderzoekers gebruikten innovatieve statistische methoden om het gemiddelde verloop van depressieve symptomen te voorspellen bij zo'n 15.000 deelnemers tussen de 20 en 89 jaar oud, verdeeld in drie leeftijdscategorieën: oudere, middelbare en jongvolwassen leeftijd. Daaruit bleek dat ouderen die op jonge leeftijd depressief waren 73 procent meer kans hadden op cognitieve achteruitgang. Wie depressieve symptomen had in het latere leven liep 43 procent meer kans.
Er is gecorrigeerd voor factoren als leeftijd, sekse, opleidingsniveau, diabetes en BMI. "Er zijn diverse mechanismen die verklaren waarom depressie de kans op dementie vergroot," zegt onderzoeksleider Willa Brenowitz van de universiteit van Californië. "Zo leidt hyperactiviteit van het centrale stresssysteem tot een grotere aanmaak van het stresshormoon glucocorticoïden, wat tot schade leidt aan de hippocampus, het deel van de hersenen dat essentieel is voor het vormen, organiseren en opslaan van nieuwe herinneringen."
Andere studies hebben ook al een link aangetoond tussen depressie en atrofie van de hippocampus. Eén onderzoek liet zien dat er vooral bij vrouwen sprake is van versneld volumeverlies van dit hersengedeelte, zegt Brenowitz nog.