66 miljoen jaar na hun uitsterven zijn het nog steeds de dinosaurussen die van alle dieren in het dierenrijk het meest tot de verbeelding spreken. Dat komt natuurlijk vooral door hun enorme omvang en bijbehorende gevaarlijke verschijning.
De allergrootsten waren de titanosauriërs, waaronder de Argentinosaurus en Patagotitan. Die laatste kon wel 37,5 meter lang worden en woog 57 ton. De Argentinosaurus bereikte een lengte van 35 meter en was met zo'n 82.000 kilo nog zwaarder.
Het is niet duidelijk waarom sommige dinosauriërs zo groot waren, maar wetenschappers denken dat hun rechtopstaande houding, brede heupen, lichte botten en unieke voetstructuur het misschien gemakkelijker maakten om zo enorm te worden.
Dinosauriërs hadden waarschijnlijk ook een zeer efficiënte ademhaling dankzij luchtzakken in hun lichte botten. Deze luchtzakken hielpen hen zuurstof op te nemen tijdens zowel de inademing als de uitademing. Dit kan hebben bijgedragen aan hun groei.
En de lange nekken van titanosaurussen stelden hen in staat om voedsel te eten in de toppen van bomen waar anderen niet bij konden, wat betekende dat ze veel konden eten zonder veel te bewegen en zonder veel energie te verbranden.
Vogels zijn eigenlijk dinosaurussen. Ze zijn geëvolueerd uit theropoden, een groep van voornamelijk vleeseters waartoe ook de Velociraptor en de T. rex behoorden.
De meeste dinosaurussen (verschrikkelijke hagedis in het Latijn) stierven ongeveer 66 miljoen jaar geleden plotseling uit nadat een asteroïde op de aarde insloeg. Je kunt het bewijs van deze inslag zien in de Chicxulub-krater op het schiereiland Yucatán in Mexico, die ongeveer 180 km in doorsnee is.
De asteroïde was waarschijnlijk tussen de 10 en 15 km breed en de botsing met de aarde veroorzaakte hevige bosbranden, tsunami's en zware aardbevingen over de hele wereld. De inslag wierp ook enorme hoeveelheden stof en puin in de atmosfeer, waardoor zonlicht jarenlang werd tegengehouden. Door minder zonlicht daalde de temperatuur, stierven planten en stortten voedselketens in. Bovendien viel de zwavel in de atmosfeer van de asteroïde-inslag neer als zure regen, waardoor minuscule plantjes die in de oceaan drijven, plankton genaamd, stierven. Deze effecten roeiden in korte tijd 75% van alle dieren op aarde uit. Hoewel er rond dezelfde tijd ook veel vulkanen uitbarstten, denken de meeste wetenschappers dat de asteroïde het massale uitsterven veroorzaakte.
Bron: LiveScience