Gedeelde herinneringen, gestolen herinneringen

Wetenschap
zondag, 15 juli 2012 om 12:33
welingelichtekringen header 1

Als broes en zusjes jong zijn, strijden ze om de aandacht van hun ouders. Als ze ouder zijn, bekvechten ze over de juistheid van de herinnering aan hun gedeelde verleden, zegt de Australisch psycholoog Dorothy Rowe. Waarom zijn sommige herinneringen makkelijker om over te onderhandelen dan andere? Hoe meer betrokken mensen bij elkaar zijn, hoe meer ze verbonden worden door gezamenlijke herinneringen en hoe minder bereid ze zijn om die los te laten. Maar de studie van herinneringen van broers en zussen laat ook zien hoe 2 krachten hand in hand gaan. Je wil de gebeurtenissen nauwkeurig weergeven, in overeenstemming met de levendige indrukken die we hebben over wat er werkelijk gebeurd is. En je streeft naar coherentie: het moet een samenhangend verhaal zijn. Dat laatste geldt niet alleen voor onszelf: onze verhalen moeten ook zinvol zijn voor belangrijke anderen. Als je het niet eens bent met je broer of zus over een bepaalde herinnering, kun je je verraden voelen, bv. als een broer of zus iets claimt dat jij gedaan hebt. Een studie uitgevoerd in Nieuw-Zeeland toonde aan dat dergelijke strubbelingen helemaal niet ongewoon zijn. De onderzoekers richtten zich op volwassen tweelingen. Omdat zij even oud zijn, hebben ze waarschijnlijk meer gedeelde ervaringen dan gewone broers en zussen. In een 1e experiment vroegen de onderzoekers 20 tweelingen om herinneringen op te roepen naar aanleiding van woorden. Van de 20 hadden 14 tweelingen herinneringen waarvan ze zeiden dat zij het hadden meegemaakt en niet hun broer of zus, en vice versa. In een 2e experiment werd nagegaan of betwiste herinneringen verschilden van gezamenlijke herinneringen qua levendigheid, visuele beelden en emoties. Verrassend genoeg waren de betwiste herinneringen levendiger en gingen ze gepaard met meer emoties, misschien omdat het meer moeite kost om herinneringen te construeren die niet de jouwe zijn. In een 3e studie werd vastgesteld dat niet-tweelingen ook betwiste herinneringen hadden, maar minder vaak dan tweelingen. Eeneiige tweelingen hadden ze niet vaker dan twee-eiige tweelingen. Een ander verschil in het zich toe-eigenen van herinneringen is of het gaat om iets dat je in een beter daglicht stelt (een prestatie, iets dat getuigt van moed) of iets negatiefs (een fout/blunder). Positieve herinneringen worden vaker opgeëist door de ander dan negatieve. Negatieve werden vaker toegeschreven aan de ander.

Bron(nen): The Independent