Dr Carole K. Hooven is professor aan de Harvard University en doet onderzoek naar testosteron. Ze zegt in Die Zeit dat het hormoon een grotere invloed heeft op het gedrag van mannen dan je zou denken.
Hooven bestudeerde vroeg in haar loopbaan de invloed van testosteron op chimpansees in Oeganda. Ze zag hoe drastisch het verschil in gedrag was tussen mannetjes en vrouwtjes door testosteron. "Ik merkte dat mannelijke en vrouwelijke chimpansees zich verschillend gedroegen, vooral als ze agressief waren. De volwassen mannen hebben bijvoorbeeld herhaaldelijk conflicten om hun plaats in de sociale hiërarchie te behouden of te vergroten. De mannetjes gaan ook samen op "grenspatrouilles" om hun territorium te verdedigen. Als de kans zich voordoet, proberen ze hun gebied uit te breiden door 'vijandige' mannetjes te doden. De vrouwtjes hebben als primaire zorg om veilig te blijven en voor reproductie en kinderen te zorgen. In tegenstelling tot mannen hebben vrouwen niet zoveel baat bij een hoge status. Hoe hoger de man in de hiërarchie staat, hoe meer middelen, zoals fruit of slaapplaatsen, hem ter beschikking staan. En dat omvat – ik haat het om dit te zeggen – vrouwen als een soort seksuele en reproductieve hulpbron."
Hooven schakelde over naar studie van mannen onder invloed van testosteron, omdat ze gezien had hoe belangrijk dat hormoon was voor gedrag bij chimpansees, de naaste broeder van de man.De testikels van mannelijke foetussen scheiden testosteron af om de fysieke en gedragsmatige mannelijke geslachtskenmerken te ontwikkelen die hen voorbereiden op reproductie. Voor een vrouwelijke ontwikkeling in de baarmoeder zijn geen hormonen nodig. Tijdens de puberteit stijgt oestrogeen sterk bij meisjes en testosteron bij jongens. Nogmaals, testosteron werkt niet alleen in het lichaam, bijvoorbeeld door de stem te verlagen en de spiermassa te vergroten, maar ook in de hersenen, waar het het libido en de neiging tot fysieke agressie verhoogt. Daardoor kan het ook effecten hebben op de sociale dynamiek van mannen."
"Als mannen elkaar ontmoeten, aan de vergadertafel of op het voetbalveld, hebben ze de neiging om met elkaar te wedijveren. De hersenen reageren op sociale dynamiek, op percepties van concurrentie of bedreigingen. Dit kan de testosteronniveaus van een man verhogen, wat op zijn beurt leidt tot meer adaptief gedrag. Door de evolutionaire geschiedenis heen is deze competitie vaak uitgevoerd door fysieke agressie, maar tegenwoordig kan het de moeite waard zijn om het op andere manieren te doen. De status van een man kan er op zijn beurt toe leiden dat hij aantrekkelijk wordt voor een vrouw. Vrouwen scheiden andere hormonen af die hen helpen zich voort te planten. Zo neemt het hormoon oxytocine toe tijdens het geven van borstvoeding. Dit hormoon verhoogt het dopaminegehalte, ook wel het gelukshormoon genoemd, wat de vrouw op haar beurt een stimulans geeft om zich op deze manier te gedragen. Testosteron heeft een vergelijkbare invloed op de afgifte van dopamine, waardoor een man zich op een bepaalde manier gedraagt. Op een manier die hem gelukshormonen verschaft."
"Ik heb enkele van mijn opvattingen over mannen veranderd sinds mijn onderzoek. Wanneer er vragen reizen over mannelijk gedrag, krijg ik altijd tranen in de ogen. Ik heb een diep medeleven met jongens en mannen en de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd. En omdat ze worden gestigmatiseerd omdat ze zich als mannen gedragen."
"Mannen zijn meer dan vrouwen bereid risico's te nemen. Als je het nieuws over de oorlog in Oekraïne volgt, wordt duidelijk dat het vooral mannen zijn die vrijwillig hun leven riskeren om hun familie, hun vaderland te verdedigen. Er zijn veel andere voorbeelden van de bereidheid van mannen om gevaarlijke, heroïsche situaties aan te gaan die ons allemaal ten goede komen."
Er is niet alleen problematisch mannelijk gedrag wil Hooven duidelijk maken. En als dat er is worden mannen er toe gebracht door hun natuur.
Bron(nen): Die Zeit