Er zijn veel hypotheses bedacht voor het ontstaan van de kleine korte voorpootjes van de T. Rex, de reusachtige dinosaurus. Sinds de ontdekking van de eerste fossielen in 1900 regent het ideeën, maar geen enkele is zo goed onderbouwd als deze.
Kevin Padian, hoogleraar integratieve biologie aan Berkeley University in Californië komt met een opmerkelijke verklaring in het tijdschrift Acta Palaeontologica Polonica. De mini-ledematen zijn volgens hem zo kort geworden om ernstige bijtwonden te voorkomen bij het eten.
Er zijn sterke aanwijzingen dat T. Rexen samen optrokken tijdens de jacht. Als ze een prooi te pakken kregen, werd met veel geweld het karkas opgegeten. Hierbij klapten de koppen tegen elkaar, werd er gedreigd en uitgehaald naar naaste concurrenten. Om verwondingen aan de poten te voorkomen, met bloedingen, infectie, shock en mogelijk de dood tot gevolg, was het dus handig korte voorpoten te hebben.
Dit evolutionair proces kun je vandaag de dag nog zien bij komodovaranen en krokodillen in Indonesië. Deze dieren hebben net als de T. Rex een vlijmscherp en krachtig gebit. Ze houden de voorpoten wijselijk buiten de gevarenzone, maar toch krijgen hun ledematen nog flinke optaters te verduren.