Evolutie zorgt ervoor dat de wereldbevolking steeds slimmer en langer wordt. Dit blijkt uit een grote internationale studie van de Universiteit van Edinburgh. Mensen die geboren worden uit ouders met verschillende genetische achtergronden hebben de neiging om langer en slimmer te zijn dan anderen. De onderzoekers analyseerden de gezondheid en genetische gegevens uit meer dan honderd verschillende studies wereldwijd. Deze studies bevatten de informatie van meer dan 350.000 mensen van stedelijke en landelijke bevolkingsgroepen. Het onderzoeksteam kwam erachter dat er een verband bestaat tussen een grotere genetische diversiteit en de lengte, cognitieve vaardigheden en opleidingsniveau van de nakomelingen. Ze worden langer, hebben betere cognitieve vaardigheden en bereiken hogere niveaus in het onderwijs. Genetische diversiteit heeft echter geen effect op de bloeddruk of het cholesterolgehalte, deze beïnvloeden het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en andere complexe aandoeningen. Men heeft lang gedacht dat nauwe familiebanden (neef en nicht bijvoorbeeld) het risico op complexe ziekten zou verhogen, maar uit het onderzoek blijkt dit niet zo te zijn. De genetische diversiteit heeft enkel effect op de lengte en het vermogen om snel te denken. De bevindingen suggereren dat evolutie ervoor zorgt dat de mensheid over tijd langer wordt en sneller kan denken, maar dat het geen invloed heeft op het risico om een ernstige ziekte te ontwikkelen.