Twee NASA-satellieten scannen continu het oppervlak van de aarde. Daaruit blijkt dat niet Death Valley, maar twee andere afgelegen plekken het hitterecord delen. De temperatuur aan de grond in de Iraanse Lut-woestijn en de Mexicaanse Sonorawoestijn liep op tot 80,8 graden Celsius.
Er zijn meer dan 11.000 weerstations op de wereld die de temperatuur meten op anderhalve meter hoogte in de schaduw. Maar in veel afgelegen gebieden ontbreekt deze meetapparatuur, waardoor het onduidelijk blijft waar nu echt de meest extreme temperaturen te vinden zijn.
Gelukkig heeft de NASA twee satellieten met een Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer (MODIS) in een baan om de aarde cirkelen. Deze apparatuur meet bijvoorbeeld ozonpercentages in de atmosfeer of de hoeveelheid plankton in het water. Het scant ook elke vierkante meter aardoppervlak op temperatuur, oftewel hoe koud of heet de grond, het ijs of het water aanvoelt als je het aanraakt.
Grondtemperaturen zijn extremer dan de metingen van weerstations vlak boven de grond in de schaduw. Ecoloog David Mildrexler onderzocht de MODIS-data en komt tot de conclusie dat de Iraanse Lut-woestijn de heetste plek ter wereld is 'met zijn consistente hete voetafdruk over een groot oppervlak'.
Antarctica komt uit de bus als koudste plek ter wereld. In 2016 werd een oppervlaktetemperatuur van liefst -110,9 graden Celsius waargenomen.
Het grootste temperatuurverschil binnen een dag is gemeten in een vallei op het Tibetaanse plateau: er was een duizelingwekkend verschil van 81,8 graden. De temperatuur liep op van -23,7 graden tot 58,1 graden Celsius.