Er is één ding dat zeker is: we worden allemaal ouder. Maar waar lang werd gedacht dat dit een continu proces is, blijkt uit onderzoek dat het in drie fases gebeurt: rond je 34ste, je 60ste en 78ste levensjaar.
Het onderzoeksteam analyseerde data van meer dan 4200 mensen tussen de 18 en 95 jaar en keek naar het gehalte van zo'n 3000 verschillende eiwitten. Daarvan bleken er 1379 te veranderen met de jaren. Waar de niveaus van deze eiwitten lange tijd relatief constant bleven, merkten de onderzoekers enkele grote wijzigingen op rond de jonge volwassenheid (34 jaar), late middelbare leeftijd (60 jaar) en hoge leeftijd (78 jaar).
Op celniveau veroudert ons lichaam rond die leeftijden dus ineens snel, waarna de veroudering verder rustiger verloopt. De resultaten kunnen bijdragen aan het tegengaan van leeftijd gerelateerde ziekten als Alzheimer of hart- en vaataandoeningen.
Ook konden de onderzoekers, wiens studie in 2019 al in vakblad
Nature Medicine verscheen, op basis van 373 specifieke eiwitten in het bloed iemands leeftijd accuraat voorspellen binnen een marge van ongeveer drie jaar. Als ze de leeftijd te laag inschatten, was die persoon vaak erg gezond voor zijn leeftijd.