Ouder worden is van invloed op je
geheugen, maar wat verandert er precies? Wetenschappers hebben dit fenomeen vanuit een nieuwe invalshoek onderzocht. Meestal wordt gekeken of mensen relevante informatie kunnen onthouden, maar zij gingen na wat mensen doen met irrelevante informatie, ruis uit de omgeving, die ons afleidt van wat we eigenlijk willen leren. Zo kwamen ze erachter dat de invloed van ruis op ons gedrag verschilt naargelang de leeftijd.
De onderzoekers vergeleken twee groepen: een met een gemiddelde leeftijd van 19 jaar en een met een gemiddelde leeftijd van 69 jaar. Ze testten twee soorten geheugen: het 'impliciete' geheugen, bijvoorbeeld zonder dat je het beseft, koop je zoutjes die je gisteren in een film hebt gezien; en het 'expliciete' geheugen, je probeert bijvoorbeeld je zoveel mogelijk dingen te herinneren van de boodschappenlijst die thuis ligt.
De ouderen hadden een beter impliciet geheugen en de jongeren een beter expliciet geheugen. Volgens de onderzoekers wijst dat er op dat jongeren meer conceptueel denken. Jongeren zoeken naar patronen en verbanden. Ouderen denken meer 'perceptueel', op een zintuiglijke manier. Zij filteren minder ruis eruit, maar daardoor blijft meer informatie toegankelijk in de impliciete modus.
De onderzoekers deden nog een proef. Wat als de jongeren er nog een taak bij kregen, die hun aandacht afleidde? In dat geval reageerden jongeren niet anders dan ouderen.
Conclusie: We leren allemaal altijd en overal of we ons ervan bewust zijn of niet, maar wat we leren is afhankelijk van de hoeveelheid informatie die onze hersenen kunnen verwerken.