Wat hebben genialiteit en autisme gemeen?

Wetenschap
woensdag, 11 juli 2012 om 12:07
welingelichtekringen header 1

Wetenschappers hebben 8 zogenaamde 'wonderkinderen' onderzocht en stelden vast dat ze een aantal kenmerken gemeen hadden, met name veel autistische kenmerken en opvallend veel familieleden met autisme. Wonderkinderen zijn kinderen met een buitengewone gave, vaak op muzikaal of wiskundig gebied. De kleine Einsteins en Mozarts lijken over een aangeboren talent te beschikken. De kinderen die bestudeerd werden, hadden allen een professionele status in hun vakgebied bereikt op 10-jarige leeftijd. Alle kinderen ontwikkelden zich opmerkelijk snel: een baby begon te praten toen hij 3 maanden was en kon lezen toen hij 1 was. Een ander kind kon computers programmeren op 3-jarige leeftijd. Eén kenmerk dat deze kinderen gemeen hadden, was een bijzonder goed werkgeheugen. Het werkgeheugen is een tijdelijke opslagplaats van taakrelevante informatie in de hersenen. Normaal gesproken is de capaciteit van het werkgeheugen beperkt, bv. gemiddeld genomen kunnen mensen maar 7 cijfers tegelijk onthouden, maar wonderkinderen kunnen veel grotere aantallen onthouden en daar allerlei berekeningen mee uitvoeren. Ondanks dit buitengewoon goed werkgeheugen hadden ze niet allemaal een hoog IQ. Wel hoger dan gemiddeld, maar niet zo hoog als je zou verwachten op basis van hun prestaties. Een kind had een IQ van slechts 108. Een ander gemeenschappelijk kenmerk was dat ze allemaal kenmerken van autisme hadden, met name een preoccupatie met details. Ze scoorden zelfs hoger op dit kenmerk dan mensen met Asperger (een hoog-functionerende vorm van autisme), die bekend staan om hun obsessief bezig zijn met details. Drie van de 8 wonderkinderen had zelf een autisme spectrum stoornis. En bij 4 van de 8 families hadden eerste en tweedegraadsfamilieleden een autisme spectrum stoornis gekregen. Bij 3 daarvan was dat bij 11 familieleden het geval. Dat mensen met autisme soms uitzonderlijk goed zijn in één vakgebied is al eerder vastgesteld. Dat noemt men 'savants'. Nu is de omgekeerde relatie tussen een buitengewone begaafdheid en autisme onderzocht, zij het met kleine aantallen.

Bron(nen): Time