Donderdag is het weer zover, dan heeft februari een extra dag, de schrikkeldag.
Als we eens in de vier jaar geen schrikkeldag zouden hebben, zou onze kalender geleidelijk aan niet langer synchroniseren met de astronomische seizoenen. Dit komt omdat een aards jaar - de tijd die de aarde nodig heeft om een baan om de zon te maken - ongeveer 365,2421875 dagen duurt, net iets meer dan 365 dagen. Zonder de aanpassing van een schrikkeldag zou onze kalender na vier jaar al één dag voorlopen op de astronomische kalender, waardoor bijvoorbeeld nieuwjaarsdag gevierd zou worden voor de aarde zijn volledige baan om de zon zou hebben voltooid.
Op de lange termijn kan het ontbreken van schrikkeldagen ervoor zorgen dat de seizoenen veranderen ten opzichte van onze kalender. Na honderden jaren zou dit kunnen leiden tot seizoenen die op geheel andere tijden van het jaar vallen dan we nu gewend zijn. Dit zou aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de landbouw, de ecologie en vele andere aspecten van het leven die afhankelijk zijn van de seizoenen.
Daarom is een schrikkeldag een essentiële aanpassing om onze kalender in synchronisatie te houden met het tropische jaar - de tijdsduur dat de aarde nodig heeft om van lentepunt naar lentepunt te roteren. Het huidige systeem van een extra dag om de vier jaar zorgt ervoor dat onze kalender op de lange termijn redelijk goed blijft overeenkomen met de seizoenscycli.
Het eerste bekende voorstel voor een schrikkeldag dateert uit het decreet van Canopus in 237 v.Chr. in Egypte. De Romeinse kalender had oorspronkelijk slechts 355 dagen, en om de kalender te synchroniseren met de seizoenen, werd elke twee jaar een extra maand ingevoegd. Julius Caesar, geadviseerd door de astronoom Sosigenes, hervormde de kalender in 46 v.Chr. door een systeem in te stellen waarbij elke vier jaar een extra dag werd toegevoegd na 28 februari.
De Juliaanse kalender, die door Caesar werd ingevoerd, werd later verfijnd tot de Gregoriaanse kalender in 1582. Deze kalender nam het principe van het schrikkeljaar over en voegde extra regels toe om de kalender nog nauwkeuriger te maken. Zo worden schrikkeljaren die deelbaar zijn door 100 (zoals het jaar 1900) overgeslagen, tenzij ze ook deelbaar zijn door 400 (zoals het jaar 2000), waarbij wel een schrikkeldag wordt toegevoegd.
In de moderne tijd blijven we de Gregoriaanse kalender en het systeem van schrikkeljaren gebruiken om onze kalenderdagen en maanden te laten aansluiten op de seizoenen en het tropisch jaar.
Zonder de invoering van schrikkeldagen zou onze kalender elk jaar ongeveer een kwart dag uit de pas lopen met het tropisch jaar. Na verloop van tijd zou dit leiden tot significante verschuivingen van de seizoenen ten opzichte van de kalenderdata, wat grote gevolgen zou hebben voor landbouw, ecologie en andere seizoensgebonden activiteiten.