Tot 2002 waren er 4 basissmaken: zoet, zout, zuur en bitter. De vijfde basissmaak is (Japans voor hartig), die al in 1908 werd omschreven, maar pas in 2002 aan de lijst met basissmaken werd toegevoegd. Volgens Australische wetenschappers is er overtuigend bewijs dat
vet een zesde basissmaak is. Vet werd al in 330 voor Christus door Aristoteles als
smaak omschreven, maar meer recentelijk werd het enkel geassocieerd met textuur, aroma-afgifte en thermische eigenschappen van levensmiddelen, maar niet met het smaakzintuig. Om te worden erkend als basissmaak moet vet voldoen aan 5 criteria. In het vaktijdschrift betogen wetenschappers van de Deakin University in Melbourne dat vet aan al deze criteria voldoet. Eén daarvan is dat de tong smaakpapillen heeft, die de aanwezigheid van vetzuren kunnen detecteren. De onderzoekers zijn ervan overtuigd dat hun bevindingen kunnen helpen in de strijd tegen obesitas. Hun onderzoek, waaraan ongeveer 500 vrijwilligers over meerdere jaren deelnamen, heeft aangetoond dat mensen die gevoelig zijn voor de smaak van vet minder eten. Mensen met overgewicht of obesitas moeten wellicht meer vet eten voor zij de smaak kunnen identificeren. Het zou ook kunnen verklaren waarom vetarme producten minder in de smaak vallen. De textuur is misschien wel dezelfde, maar de smaak van vet is moeilijker te evenaren. Overigens is het niet de eerste keer dat wetenschappers beweren dat vet een zesde basissmaak is. In 2012 kwamen onderzoekers van de tot dezelfde conclusie.