Iedereen kent wel iemand met een kort lontje. Wanneer de één rustig blijft, gooit de ander de borden aan diggelen. Wetenschappers weten al tientallen jaren dat die agressie erfelijk is. Nu blijkt dat ook de zelfbeheersing om de agressie te beteugelen deels een biologische oorzaak heeft. In feite moeten sommige mensen (mannen, want voor het onderzoek werden
mannen onderzocht) harder werken om hun agressie onder controle te houden dan anderen. Dat komt omdat bij hen het gen dat (mede) zorgt voor de regulering van emoties, zwakker is. Volgens de auteur is niet iedereen voorstander van het idee dat sociaal gedrag genetisch bepaald kan zijn. Ook wel begrijpelijk - dan zijn we als mensen niet allemaal gelijk. En veel van ons gedrag is inderdaad veel meer nurture dan nature. Maar agressie heeft wel een sterk genetisch verband. De reden daarvoor, zo denkt men, is het feit dat tot pakweg 12.000 jaar geleden agressie simpelweg noodzakelijk was om te overleven. Antropologen ontdekten zelfs bij agressieve stammen dat de gewelddadigste mannen de meeste kinderen hadden. Mannen met het zwakkere gen kunnen zich dus minder goed beheersen. Bij uitlokking tijdens het onderzoek, vertoonden de mannen met het zwakkere gen hyperactiviteit terwijl dat bij mannen met het sterkere gen niet zo was. Volgens de onderzoekers konden die laatste mannen de uitlokking beter van hun schouders laten glijden. De mannen met het zwakkere gen, ongeveer 35% tot 40% van de populatie, zijn niet daadwerkelijk allemaal agressief. Dat geldt maar voor een klein gedeelte.