Drie kunstwerken van Damien Hirst met dieren op sterk water zouden niet in 1993, 1994 en 1999 zijn gemaakt, maar pas in 2017. Dat ontdekte The Guardian. Volgens Hirst gaat het om artistieke vrijheid.
Hirst is beroemd geworden met zijn choquerende kunst. Hij won ook prijzen voor zijn dieren op sterk water. Maar de 58-jarige Brit is ook omstreden, onder meer omdat zijn kunstwerken veelal door slecht betaalde assistenten zijn gemaakt. In coronatijd ontsloeg hij 63 assistenten, terwijl hij meer dan 17 miljoen aan noodleningen van de Britse overheid ontving.
En nu is er dus het bedrog. Volgens bronnen in The Guardian zijn de kunstwerken zelfs aangepast zodat ze ouder lijken dan ze zijn. Dit omdat de dieren op sterk water beperkt houdbaar bleken, zo ontdekte de Amerikaanse miljardair Steve Cohen in 2006, nadat hij het bekendste werk, de tijgerhaai op sterk water uit 1991, had gekocht voor 9 miljoen euro. Het dier was aan het vergaan, waarna Cohen de haai op eigen kosten heeft vervangen.
Hirst hield vol dat het nog steeds hetzelfde kunstwerk was. Iets soortgelijks zegt hij nu over de datering van zijn andere werken. De ideeën stammen uit de jaren negentig en 'het gaat om de intentie en het idee', klinkt het. De advocaten van Hirst vinden dat kunstenaars 'het volste recht hebben om inconsistent te dateren'. De vraag is of de rechter daar ook zo over denkt en in hoeverre zijn andere kunstwerken nog oorspronkelijk zijn.