Nu het voortbestaan van de
euro op het spel staat, wijst Mark Weisbrot, een vooraanstaand Amerikaanse econoom in The Guardian op het fundamentele verschil tussen het Europroject en de Europese Unie: terwijl de eerste het resultaat is van een zeer
rechts beleid, is de tweede voortgekomen uit een project van diepe
solidariteit. De euro is het speeltje van economen die heilig geloven in de markt. De EU gelooft (of geloofde) in hogere waarden. Vandaar dat nu in naam van de eenheid van Europa landen als Griekenland en Spanje worden gedwongen hun volk uit te benen. Alles in naam van de euro.
Een paar fragmenten van de analyse van Weisbrot (zie de vertaalde column onder link 2w) "De zwakkere economieën van de eurozone worden onderworpen aan straffen die aanvankelijk waren voorbehouden aan landen met een laag tot middelhoog nationaal inkomen, die in de greep waren geraakt van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en zijn gouverneurs van de G7. In plaats van ze te laten proberen om via fiscale en/of monetaire impulsen uit de recessie te komen, zoals de meeste landen in de wereld dat in 2009 hebben gedaan, worden deze landen gedwongen het tegenovergestelde te doen, tegen enorme sociale kosten." (...) "Het blijkt dat een groot deel van Europees links de rechtse natuur van de instellingen en autoriteiten, en vooral van het macro-economisch beleid, waarmee zij in de eurozone worden geconfronteerd, niet begrijpen. Dit maakt deel uit van het algemenere probleem van het publieke onvermogen om het mondiale macro-economische beleid te doorzien, dat rechtse centrale banken in staat heeft gesteld een destructief beleid te voeren, soms zelfs onder linkse regeringen. Dit onvermogen zou, naast de gebrekkige democratie, de paradox kunnen helpen verklaren dat Europa momenteel een rechtser macro-economisch beleid heeft dan de Verenigde Staten, ondanks de aanwezigheid van veel sterke vakbonden en andere institutionele bases voor een progressiever economisch beleid"