De economische groei van de OESO-landen bleef in het tweede kwartaal van dit jaar zwak na de sterke terugval een kwartaal eerder. De landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) kwamen net als een kwartaal eerder tot een groei van 0,3 procent. Het beeld in de grotere economieën liep daarbij wel uiteen.
De OESO waarschuwde eerder al dat de oorlog in Oekraïne de groei van de wereldeconomie dit jaar zal ondermijnen. Door de oorlog worden bijvoorbeeld de prijzen van energie en grondstoffen aangejaagd en toeleveringsketens verder verstoord, wat consumenten en bedrijven raakt.
Het bruto binnenlands product van de G7-landen, de grootste economieën ter wereld, nam afgelopen kwartaal met 0,2 procent toe, na stabilisatie een kwartaal eerder. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk was sprake van een lichte krimp. De groei in Duitsland viel sterk terug. In Japan en Frankrijk ging het beter. Italië en Canada meldden minstens 1 procent groei. De economieën van Duitsland, Italië en Japan keerden daarbij als laatste van de G7-landen voor het eerst weer terug tot boven het niveau van voor de coronacrisis.
De Poolse economie werd volgens de OESO in het bijzonder geraakt door de problemen in buurland Oekraïne. Polen kende een krimp van 2,3 procent, na een groei van 2,5 procent een kwartaal eerder. Ook in Letland en Litouwen volgde een duidelijke krimp na groei in het eerste kwartaal. Van de Europese landen presteerde Nederland opvallend goed, met een economische groei van 2,6 procent.