Klanten in de supermarkt zijn duurder uit doordat fabrikanten van A-merken het winkeliers onmogelijk maken hun producten over de grens in te kopen. Dat zeggen winkelbedrijven in een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Winkeliers zelf hebben last van de belemmeringen, want de hogere inkoopprijzen in Nederland knagen aan hun winstmarges.
Tegenover onderzoeksbureau Ecorys zeiden winkelbedrijven, waaronder supermarkten Albert Heijn en Jumbo, dat leveranciers bijvoorbeeld "dwingend" doorverwijzen naar hun Nederlandse vestiging. Ook komt het voor dat fabrikanten botweg weigeren producten aan te leveren van over de grens. Winkelbedrijven denken dat fabrikanten dat bewust doen om de prijs per nationale markt zo hoog mogelijk te houden.
De praktijk komt volgens de onderzoekers vooral voor bij A-merken waarvan de consument verwacht dat ze in de winkelschappen liggen. Daarnaast werpen bepaalde grote elektronicamerken obstakels op als winkeliers hun producten buiten Nederland willen inkopen. Winkeliers zeggen dat de beperkingen de prijzen opdrijven bij producten die goed zijn voor 2 tot 4 procent van hun totale inkoopbedrag. Gemiddeld gaat het dan om een 10 procent hogere inkoopprijs.
Topman Michiel Muller van onlinesupermarkt Picnic ergert zich al langer aan de obstakels bij de grens. "Grote fabrikanten profiteren enorm van de Europese interne markt, maar de consument niet. Die betaalt in Nederland al gauw 50 procent meer voor een fles Coca-Cola dan in Duitsland", zegt hij
Hij spreekt ook van andere trucjes waarmee fabrikanten het winkeliers moeilijker maken om Europa-breed inkopen te doen. Zo hanteren ze verpakkingen met verschillende standaardkleuren per land, waardoor klanten in het ene land bijvoorbeeld gewend zijn aan paprikachips in blauwe zakken terwijl dat in een ander land rode zakken zijn. "Normaal gesproken werk je als fabriek zo efficiënt mogelijk. Maar je ziet allemaal potjes en verpakkingen in verschillende formaten en kleuren. Dat doe je echt niet voor de lol."
Demissionair minister Mickey Adriaansens vindt dat de conclusie van het onderzoekt "wringt, zeker in tijden van hoge prijzen". Een mogelijke oplossing zou een variant zijn op het Europese verbod op 'geoblocking'. Consumenten mogen daardoor niet meer worden tegengewerkt als ze in een ander land iets willen kopen via een webshop, maar voor bedrijven onderling geldt zo'n verbod op discriminatie op vestigingsplaats niet. Ook moet er een oplossing komen voor het verplichte etiket in het Nederlands.