Het gat tussen werkenden en gepensioneerden wordt volgend jaar kleiner dan ooit deze kabinetsperiode. Werkenden gaan er volgend jaar in koopkracht gemiddeld 1,1 procent op vooruit, gepensioneerden 0,7 procent.
Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Sociale Zaken die dinsdagmiddag zijn gepresenteerd. Dit jaar is er tussen werkenden en ouderen nog een groot verschil. Ook de afgelopen jaren steeg de koopkracht van werkenden altijd veel meer dan die van gepensioneerden. En in 2013 daalde de koopkracht van ouderen forser dan die van mensen met een baan.
Het kabinet trekt 1,1 miljard uit om dreigend koopkrachtverlies bij vooral gepensioneerden en mensen met een uitkering op te vangen. Daardoor gaat 78 procent van de ouderen er op vooruit, net als 95 procent van de uitkeringsgerechtigden. Gepensioneerden met behoorlijk wat vermogen zullen moeten inleveren,is de verwachting.
Al met al steeg de koopkracht van alleenstaande ouders met een minimumloon het meest sinds de start van het kabinet Rutte II eind 2012. Het gaat om een geraamde groei van 19 procent tot en met volgend jaar. Een alleenstaande met minimumloon gaat er in totaal 12,8 procent op vooruit. Alleen alleenstaande AOW'ers met een aanvullend pensioen van 10.000 euro gingen er op achteruit: 1,8 procent.