De hoeveelheid grondstoffen die nodig is om de consumptie van een gemiddelde Nederlander mogelijk te maken, is in tien jaar met meer dan 30 procent gedaald. Volgens CBS-cijfers was in 2010 nog zo'n 11.000 kilo aan grondstoffen per Nederlander nodig voor alle producten en diensten die we gebruiken. In 2020 was dat afgenomen tot ruim 7000 kilo, rapporteert het statistiekbureau. Het Centraal Bureau voor de Statistiek zegt er wel bij dat 2020 een bijzonder jaar was door de coronapandemie. Aan de andere kant was de daling van het grondstoffengebruik per persoon al veel eerder ingezet. Ondanks de dalende trend gaat de lijn niet recht omlaag: zo was de zogenoemde grondstofvoetafdruk in 2018 iets hoger dan in 2016. De afdruk die het CBS berekent, geeft een indicatie van alle ruwe grondstoffen die wereldwijd worden gewonnen om aan de Nederlandse vraag te voldoen. Zo'n 90 procent daarvan komt uit het buitenland. Een van de belangrijkste leveranciers is tot nog toe Rusland: in een vergelijking die het CBS over 2018 heeft gemaakt, stond dat land bovenaan. Dat had vooral te maken met de invoer van olie en aardgas. Die import is na de Russische invasie van Oekraïne aan banden gelegd door sancties die de Europese Unie heeft opgelegd aan Rusland. In een decennium is het gebruik van fossiele brandstoffen door Nederlanders afgenomen. Ook was bijvoorbeeld minder zand en grind nodig per hoofd van de bevolking. "Of deze dalende trend doorzet is nog onbekend", aldus het statistiekbureau. Dat legt uit dat de hoeveelheid grondstoffen die een economie vergt veel zegt over de milieu-impact. "Het omlaagbrengen van het grondstoffengebruik speelt een belangrijke rol in de transitie naar een circulaire economie."