Het tekort aan personeel in Nederland heeft een dramatisch punt bereikt: we staan op plek 89 van de 89 grootste economieën wereldwijd wat betreft de krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven zitten met de handen in het haar, en een op de vijf overweegt inmiddels (een deel van de) activiteiten naar het buitenland te verplaatsen.
Uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en SEO, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, blijkt dat bedrijven het Nederlandse ondernemersklimaat een mager zesje geven. Dat is een flinke daling ten opzichte van eerdere jaren. "We zijn van een 7- naar een zesje gezakt. Dat zie je ook terug in de internationale lijsten. Daarin dalen we naar de staart van de top 10. Als we niks doen, hebben we volgende keer een onvoldoende", waarschuwt hoogleraar Strategie & Innovatie Henk Volberda in het AD.
Bedrijven in sectoren zoals landbouw, industrie, energie en bouw geven ons land een dikke onvoldoende. Kantoorbedrijven lijken minder last te hebben van de huidige malaise, maar de algemene trend is zorgwekkend.
Nederland blinkt uit in levenskwaliteit en infrastructuur – zowel fysiek als digitaal. Dat is volgens Volberda een opsteker, maar niet genoeg om bedrijven hier te houden. "De negatieve zaken tellen zwaarder. Vooral bij internationale bedrijven", zegt hij.
De zogenoemde ‘kennisinfrastructuur’ wordt nog altijd geroemd, maar die staat juist op de nominatie om flink gekort te worden door het kabinet. Dit terwijl buitenlandse studenten en goed opgeleid talent essentieel zijn voor bedrijven zoals ASML, Philips en Adyen. "Zet dan geen stop op buitenlandse studenten of Engelstalige opleidingen", pleit Volberda. "Die studenten komen juist bij onze bedrijven werken."
Het tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten zorgt ervoor dat 44 procent van de bedrijven liever elders uitbreidt of onderzoek en productie verplaatst. En dat is niet het enige probleem. Regeldruk, grillig overheidsbeleid en energietekorten werken doen het ondernemersklimaat afkoelen tot onder het vriespunt.
Volberda wijst op het voorbeeld van Denemarken, waar minder studenten en arbeidsmigranten leidden tot een economische terugval. "Dat hebben ze nu teruggedraaid omdat ze een te groot tekort aan arbeidskrachten hebben." Nederland lijkt die les nog niet te hebben geleerd: in plaats van migranten welkom te heten, liggen arbeidsmigranten juist onder vuur.
"Dat je barrières wilt opwerpen om uitbuiting van praktisch opgeleide arbeidsmigranten in kassen, slachthuizen, distributie en zorg te voorkomen, is terecht", zegt Volberda. "Maar als arbeidsmigratie bot wordt ingeperkt, kunnen de voedselvoorziening, zorg of distributie in gevaar komen. Techbedrijven kunnen nog naar het buitenland, maar landbouw of zorg kun je niet verplaatsen."
Het vertrek van grote namen als Shell, Unilever en Aegon naar het buitenland is illustratief voor de bredere trend: Nederland wordt steeds minder aantrekkelijk voor multinationals. De techsector klaagt al langer over het ‘kille techklimaat’ in ons land, en steeds meer bedrijven kiezen ervoor om activiteiten te verplaatsen of niet verder uit te breiden in Nederland.
Met name de regeldruk en het gebrek aan voorspelbaarheid van overheidsbeleid zijn een doorn in het oog van ondernemers. "Naast Europese wetgeving doet Nederland daar weer heel veel regels bovenop", aldus Volberda. De overheid moet volgens hem efficiënter en doelmatiger te werk gaan.
Met grote personeels- en energietekorten, overregulering en bedrijven die op vertrekken staan, lijkt het ondernemersklimaat in Nederland op een kantelpunt te staan. Zonder ingrijpende maatregelen dreigen we niet alleen achter te blijven bij buurlanden als Duitsland en Frankrijk, maar zelfs onze huidige positie in de mondiale top 10 te verliezen. Zoals Volberda het treffend samenvat: "Het is 5 voor 12."
Bron: AD