Nederlandse werknemers hebben het goed in vergelijking met de meeste andere Europese landen. Niet alleen zijn ze kampioen parttimen, ook werken er nergens zoveel mensen vanuit huis. Maar liefst 14 procent van de werkenden in ons land kruipt thuis achter de laptop. Alleen Finland komt daarbij in de buurt met een percentage van 13,3 procent.
Volgens de cijfers van Eurostat over 2018 ligt het gemiddelde percentage voor alle Europese landen op 5,2 procent. Vooral in Oost-Europese landen komt thuiswerken nauwelijks voor, maar ook in het progressieve Zweden en Noorwegen worden percentages gehaald van amper 5,5 procent. Enkel in Luxemburg en Oostenrijk werken minstens 10 procent van de mensen regelmatig thuis.
Naar verklaringen blijft het gissen. Mogelijk heeft het Nederlandse fileleed er mee te maken waardoor er te veel tijd verloren gaat door woon-werkverkeer. Ook kan het simpelweg een culturele trend zijn, waardoor Nederlanders het normaler vinden om thuis te werken.