Het is ergens logisch, maar wel pijnlijk: de rijkste huishoudens profiteren het meest van de accijnsverlaging op brandstof en de compensatie voor de hoge gasprijzen.
Het kabinet trekt 2,1 miljard uit voor de tegemoetkoming. Daarvan komt 660 miljoen bij de rijkste 20 procent van de Nederlanders terecht, blijkt uit onderzoek
van onderzoeksplatform Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer. De middeninkomens ontvangen 418 miljoen euro. "Mensen met de hoogste inkomens worden zo relatief fors gecompenseerd", aldus Frans Rooijers in het rapport.
De laagste inkomensgroep (tot 22.600 euro per jaar) krijgt 240 miljoen euro en profiteert relatief het minst. De verklaring is simpel: wie minder geld heeft, verbruikt minder energie en rijdt minder auto.
Toch worden de laagste inkomens het hardst geraakt door met name de hoge energieprijzen. Gemiddeld is er volgens het CPB een koopkrachtverlies van 2,7 procent, maar de armsten worden daarbij dubbel zo hard getroffen als de rijksten.
De rijkste huishoudens krijgen namelijk 40 procent van de kostenstijging gecompenseerd en de armste huishoudens maar 28 procent, berekende Investico.