AMSTERDAM (ANP) - Oliedienstverlener SBM Offshore heeft een oud-werknemer die een corruptieschandaal aan het licht bracht onrechtmatig afgeschilderd als afperser in verschillende media. Tot dat oordeel komt de rechtbank in Amsterdam in een rechtszaak die de voormalige bedrijfsjurist Jonathan Taylor van SBM had aangespannen tegen zijn oude werkgever. Taylor vindt dat hij als klokkenluider moet worden gezien en eist een financiële vergoeding voor de reputatieschade die hij heeft geleden.
SBM Offshore verkoopt drijvende platforms voor het oppompen en opslaan van olie, en maakte zich daarbij tussen 2007 en 2011 schuldig aan omkoping van overheidsfunctionarissen via tussenpersonen in Brazilië, Angola en Equatoriaal-Guinea. In het vorige decennium betaalde het van oorsprong Schiedamse bedrijf honderden miljoenen dollars aan schikkingen en boetes in Brazilië, de Verenigde Staten en Nederland vanwege de corruptie. De zaak kwam aan het licht nadat Taylor informatie over het smeergeld had gedeeld via Wikipedia en zakenblad Quote daarover schreef.
Taylor eiste in diezelfde periode een hogere ontslagvergoeding van SBM omdat hij, naar eigen zeggen, amper nieuw werk op niveau kon vinden door argwaan over zijn vertrek. In interviews met NRC, het Braziliaanse zakenblad Valor en antwoorden aan beleggersvereniging VEB schilderde SBM Taylor vervolgens af als chanteur.
Volgens de rechtbank ging het bedrijf daarin te ver, omdat dit een ernstige beschuldiging is die SBM niet goed met feiten kon onderbouwen. Ook werd ten onrechte de suggestie gewekt dat het om een misdrijf ging dat op één lijn stond met de omkoopaffaires, oordeelt de rechtbank. Daarbij speelt mee dat SBM de beweegredenen van Taylor "te eenzijdig" weergaf. Daarom moet het bedrijf volgens de rechter opdraaien voor de schade die Taylor heeft geleden, maar de hoogte van de vergoeding is nog niet bekend.