Het aantal positieve coronatests dat nog niet is geregistreerd, is donderdag opnieuw opgelopen. De achterstand is gestegen van 104.000 naar 113.000 bevestigde besmettingen, over een periode van zeventien dagen. In de afgelopen week steeg het aantal gemiste gevallen met 41.000. De computersystemen kunnen het hoge aantal positieve tests niet verwerken. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de GGD'en werken aan een oplossing en waren er begin deze week in geslaagd om netto 50.000 achterstallige positieve tests alsnog te registreren. Als een laboratorium na een test vaststelt dat iemand het coronavirus onder de leden heeft, wordt die uitslag ingevoerd in het computerprogramma CoronIT. Van daaruit worden de meldingen automatisch doorgestuurd naar een tweede programma, HPZoneLite. De bron- en contactonderzoekers gebruiken dat programma om te weten wie ze zouden moeten bellen om te achterhalen waar mensen besmet zijn geraakt en wie ze mogelijk hebben aangestoken. Vanuit HPZoneLite gaan de bevestigde besmettingen naar het RIVM. Dat verzamelt de uitslagen en komt elke dag met cijfers daarover en elke dinsdag met een weekoverzicht. Vanwege het hoge aantal besmettingen stagneert die doorstroom. Er zijn meer positieve tests dan het systeem kan verwerken. Doordat de uitslagen wel goed kunnen worden ingevoerd in CoronIT, weten de GGD'en en het RIVM hoeveel mensen positief zijn getest en hoe groot de achterstand is.