Ook in 2020 blijven gezondheid en duurzaamheid de belangrijkste kernwaarden voor eten en drinken. Toch zijn er accentverschillen. We zijn een beetje klaar met de dure superfoods en exotische producten die van ver moeten komen. In plaats daarvan willen we puur en lokaal eten.
Twee Amerikaanse trendwatchers van voedingsmiddelenconcerns
vertellen aan The Huffington Post wat we allemaal precies gaan eten en drinken in 2020.
- Alcoholvrij
Meer en meer jongeren laten de alcohol staan. Dat wil niet zeggen dat ze dan overstappen op cola. Nee, er zijn steeds meer en betere alternatieven. De trend is om van oorspronkelijk alcoholische drankjes een alcoholvrije tegenhanger te maken die net zo goed smaakt. Denk aan alcoholvrije IPA'tjes of cider 0.0. - Adaptogenen
In plaats van suiker of cafeïne gaan we op zoek naar andere middelen die leiden tot minder stress en meer stabiliteit. Daarom worden er steeds meer kruiden en andere natuurlijke stoffen aan voeding toegevoegd, zoals ashwagandha, rozenwortel, ginseng of paddenstoelen als reishi en chaga. - Verse snacks
Gewoon een zak chips opentrekken of een stuk chocola opeten is niet meer van deze tijd. Het moet vers en gezond zijn, maar ook snel klaar. Daarom zijn kant-en-klare verse snacks aan een opmars bezig. Denk aan een voorverpakt gekookt ei met bijgevoegde dipsaus of een eenpersoons groentesoep. Belangrijk is dat de snacks rijk zijn aan vet of vezels en niet te veel suiker bevatten. - Alternatief meel
De pizzabodem van bloemkool was nog maar het begin. Steeds meer wordt er voor alternatieve vormen van deeg gekozen en niet alleen voor pizzabodems, wraps of pannenkoeken, maar ook voor muffins en taarten. Belangrijk is dat het gezond en voedzaam is. Het deeg wordt bijvoorbeeld gemaakt van amandelen of kokosnoten. - Duurzaam eten
Behalve gezond moet voedsel ook steeds vaker milieuvriendelijk zijn. Consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en hoe het wordt gemaakt. Ze kiezen het liefst voor lokale producten die op duurzame wijze zijn geproduceerd, het liefst met zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen en zoveel mogelijk aandacht voor de natuur.